Een persoonsgebonden budget (PGB) kan onder bepaalde voorwaarden door de IND als geldig inkomen worden geaccepteerd in het kader van gezinshereniging. Onder welke voorwaarden, is uitgewerkt in een interne werkinstructie van de IND. De interne werkinstructies van de IND zijn sinds 2022 openbaar gemaakt.
De tekst van deze interne werkinstructie kan hier worden gedownload.
Over inkomen uit PGB is in de werkinstructie het volgende opgenomen:
PGB (persoonsgebonden budget)
Het Centrum Indicatiestelling Zorg bepaalt of men in aanmerking komt voor een PGB en stelt vast welke zorg voor welke periode nodig is. In het indicatiebesluit van het zorgkantoor staat vermeld uit welk bedrag het PGB bestaat en voor welke periode het budget geldig is. De ontvanger van het PGB wordt daarmee budgethouder. Hij kan een zorgovereenkomst sluiten met een zorgverlener die hij zelf uitkiest. De budgethouder moet aan het zorgkantoor verantwoording afleggen over de uitgaven.
In de zorgovereenkomst wordt vermeld welke zorg wordt verleend en welke prijs daarvoor wordt betaald. Aangezien de IND niet treedt in de solvabiliteit van de werkgever (budgethouder) wordt in zaken waarin sprake is van een PGB geen toekenningsbeschikking opgevraagd, maar is het aan de vreemdeling of referent om de aard van de zorg(arbeids)overeenkomst aan te tonen.
Overeenkomst van opdracht of arbeidsovereenkomst
Net als bij dienstverlening aan huis kan ook bij een PGB de zorgovereenkomst al naar gelang de omstandigheden van het geval worden aangemerkt als een overeenkomst van opdracht of een arbeidsovereenkomst. Bij een overeenkomst van opdracht kunnen, net als bij dienstverlening aan huis, twee soorten zorgverleners worden onderscheiden, namelijk die als een zelfstandige aangemerkt kunnen worden (zoals een zzp’er) en die niet als zelfstandige aangemerkt kunnen worden (meestal een familielid van de opdrachtgever).
Indien sprake is van een overeenkomst van opdracht en de zorgverlener is een zelfstandig ondernemer, worden de middelen van bestaan verworven uit wettelijk toegestane arbeid als zelfstandige, voor zover de vereiste premies en belastingen zijn afgedragen. In dat geval worden de inkomsten aangegeven als winst uit onderneming in de aangifte inkomstenbelasting voor ondernemers.
Indien sprake is van een overeenkomst van opdracht en de zorgverlener is geen zelfstandig ondernemer, dan worden de middelen van bestaan verworven uit overige bron, voor zover de vereiste premies en belastingen zijn afgedragen. In dat geval
worden de inkomsten aangegeven als resultaat uit overig werk in de aangifte inkomstenbelasting.
Indien sprake is van een arbeidsovereenkomst, worden de middelen van bestaan verworven uit wettelijk toegestane arbeid in loondienst, voor zover de vereiste premies en belastingen zijn afgedragen. In dat geval worden de inkomsten en de ingehouden loonheffing aangegeven bij loon in de aangifte inkomstenbelasting.
Vereiste premies en belastingen
In de praktijk is gebleken dat het voor de zorgverlener niet altijd mogelijk is om aan te tonen dat de vereiste premies en belastingen zijn afgedragen – bijvoorbeeld omdat ten tijde van de behandeling van de verblijfsaanvraag nog geen aangifte kon worden gedaan. Als dit het geval is, is het niet redelijk om de inkomsten uit PGB waarover nog geen aangifte kon worden gedaan per definitie aan te merken als niet-zelfstandig omdat niet kan worden aangetoond dat de vereiste premies en belastingen zijn afgedragen. Deze inkomsten kunnen ook dan worden aangemerkt als zelfstandig, tenzij sprake is van indicaties die op het tegendeel duiden.
Om meer zekerheid te hebben dat de vereiste premies en belastingen zullen worden afgedragen, kan de zorgverlener worden gewezen op de mogelijkheid om zijn administratie uit te besteden aan het SVB Servicecentrum PGB of een andere instelling die de salarisadministratie regelt. Veel zorgverleners maken reeds gebruik van deze mogelijkheid. En van degenen die dat nog niet doen zal een deel gehoor geven aan het advies van de IND. Als echter geen gehoor wordt gegeven aan het advies van de IND is de enkele omstandigheid dat de administratie niet is uitbesteed geen reden om de inkomsten aan te merken als niet-zelfstandig.