Nee, dit is alleen het geval als u al langer in loondienst werkt. Een belangrijke voorwaarde voor gezinshereniging is dat u over duurzame inkomsten beschikt. Dat betekent in de regel dat de inkomsten op de datum van indiening van de MVV-aanvraag nog minstens één jaar gegarandeerd moeten zijn. In geval van een jaarcontract komt dat er bijvoorbeeld op neer dat de MVV-aanvraag door de IND moet zijn ontvangen voordat het jaarcontract ingaat. Er kunnen in dat geval geen loonstroken met de aanvraag worden meegestuurd.
Het normbedrag voor alleenstaande ouders is gebaseerd op 70% van het bruto wettelijk minimumloon.
Deze norm geldt alleen wanneer de referent zelf niet gehuwd is en niet samenwoont en garant wil staan voor een ander familielid (dus geen partner of echtgenoot). In de meeste gevallen zal het gaan om een alleenstaande ouder die een (minderjarig) kind uit een vroeger huwelijk naar Nederland wil laten komen.
Het normbedrag voor alleenstaande ouders geldt niet voor alleenstaande ouders die een partner of echtgenoot uit het buitenland willen laten komen. De inkomensnormen zijn namelijk gebaseerd op de toekomstige situatie, wanneer de partner of echtgenoot al bij de referent in Nederland is. Daarom moet de referent voor deze situatie voldoen aan het standaard normbedrag, dat gelijk is aan het bruto wettelijk minimumloon.
De IND beschouwt inkomsten uit arbeid in loondienst alleen als duurzaam, wanneer deze inkomsten tot op zekere hoogte zijn gegarandeerd. Vaak gebruiken werkgevers een 'intentieverklaring', waaruit blijkt dat het dienstverband met de werknemer bij gelijkblijvend functioneren zal worden verlengd. Aan een intentieverklaring kunnen in de praktijk echter nauwelijks rechten worden ontleend. De IND vindt een (standaard) intentieverklaring dan ook niet voldoende om het inkomen als 'duurzaam' te beschouwen.
De IND eist in dat verband een officiële verlenging van het dienstverband, in de vorm van een nieuwe arbeidsovereenkomst of een verlengingsbrief. Ook een onvoorwaardelijke toezegging door de werkgever wordt door de IND geaccepteerd.
In de IND Werkinstructie 2021/7 is hierover het volgende bepaald:
Een toezegging van een werkgever dat een contract na afloop verlengd zal worden heeft rechtsgevolg. Het nieuwe contract bestaat weliswaar nog niet maar de toezegging valt juridisch te kwalificeren als een onherroepelijk aanbod om een overeenkomst voort te zetten. Degene die dit aanbod doet, zal het ook moeten nakomen en wanneer dit niet
het geval is, kan het worden afgedwongen.Dit betekent dat een schriftelijke toezegging van de werkgever kan worden aangemerkt als een verlenging van het huidige arbeidscontract, mits er geen voorbehoud wordt gemaakt. Wanneer wel een voorbehoud wordt gemaakt, kan worden gesteld dat sprake is van een onzekere toekomstige gebeurtenis. Dit geldt niet voor algemene voorbehouden met betrekking tot bijvoorbeeld het failliet gaan van de werkgever. Bij twijfel over de echtheid van de door de hoofdpersoon overgelegde brief kan (telefonisch) contact worden opgenomen met de werkgever om de toezegging te controleren.
Let op! Een toezegging is niet hetzelfde als een intentieverklaring. Een intentieverklaring van de werkgever om het contract te verlengen of om te zetten naar onbepaalde tijd wordt aangemerkt als een onzekere toekomstige gebeurtenis. Een intentieverklaring is - het woord “intentie” zegt het eigenlijk al – geen harde toezegging en daarmee juridisch niet volledig bindend. Het niet verlengen van het contract kan bijvoorbeeld gerechtvaardigd worden met een beroep op bedrijfsorganisatorische of –economische omstandigheden.
Mogelijk komt u in aanmerking voor de 'maatwerkregeling voor Nederlandse expats' die terugkeren uit het buitenland.
De regeling houdt alleen in dat voor deze categorie van referenten maatwerk mogelijk is, zonder verdere invulling van het beleid. In de praktijk zal de IND wel verlangen dat er enige financiële zekerheid wordt verschaft. Dit bijvoorbeeld door een tijdelijke baan in combinatie met wat spaartegoeden. Of een startende eigen onderneming.
Zie meer informatie hierover in de blog:
Informatie voor Nederlanders die willen terugkeren uit het buitenland
Indien u garant wilt kunnen staan voor een buitenlandse partner of echtgenoot, dan kan dat niet met een bijstandsuitkering.
In geval u een bijstandsuitkering ontvangt, kunt u onder de volgende voorwaarden in aanmerking komen voor vrijstelling van de inkomensvoorwaarden:
- U bent naar het oordeel van de Minister blijvend en volledig arbeidsongeschikt, of
- U bent blijvend niet in staat aan de plicht tot arbeidsinschakeling te voldoen.
Ad 1: Blijvende en volledige arbeidsongeschiktheid
De IND neemt blijvende en volledige arbeidsongeschiktheid aan als de referent een bijstandsuitkering ontvangt en als wordt voldaan aan alle volgende voorwaarden:
- de referent is ten minste twee jaar volledig arbeidsongeschikt;
- (gedeeltelijk) herstel van de referent is voor ten minste nog een jaar redelijkerwijs uitgesloten; en
- niet al op voorhand, gelet op de reden(en) van de arbeidsongeschiktheid, is geheel of gedeeltelijk herstel van de referent na dit jaar te verwachten.
Dit kan worden aangetoond met een verklaring van een (particuliere) bedrijfsarts of verzekeringsarts. De arts die de verklaring heeft afgegeven moet met een aantekening over het betreffende specialisme in het BIG-register staan ingeschreven.
Ad 2: Blijvend niet in staat aan de plicht tot arbeidsinschakeling te voldoen
Deze vrijstellingsgrond is bedoeld voor personen die langdurig een bijstandsuitkering ontvangen en geen vooruitzicht hebben om binnen afzienbare tijd aan het arbeidsproces deel te kunnen nemen.
Om op deze grond vrijgesteld te worden van de inkomenseis, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
- de referent is vijf jaar door het college van Burgemeester en Wethouders op grond van artikel 9, vijfde lid, Participatiewet volledig ontheven van alle verplichtingen bedoeld in artikel 9, eerste lid, Participatiewet (plicht tot arbeidsinschakeling); en
- gedeeltelijke of volledige arbeidsinschakeling van de referent is niet binnen één jaar te voorzien.
Dit kan worden aangetoond met de volgende documenten:
- toekenningsbesluiten op grond van de Participatiewet die betrekking hebben op de vijf jaar voorgaand aan de indiening van de aanvraag;
- correspondentie met het College van B&W over ontheffing van de plicht tot arbeidsinschakeling, die betrekking heeft op de vijf jaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag; en
- (als aanwezig) bewijsmiddelen waaruit blijkt dat arbeidsinschakeling binnen een redelijke termijn niet te verwachten is.
De IND beoordeelt het bruto-inkomen van de referent. Deze verandert niet wanneer er loonbeslag is gelegd. Ook niet wanneer de referent in de schuldsanering zit of onder bewind is gesteld. In deze situaties kan de referent dus nog steeds garant staan voor een buitenlandse partner of kind.
Wanneer de referent persoonlijk failliet is verklaard, is het niet mogelijk om als referent op te treden.
Een persoonsgebonden budget (PGB) kan onder bepaalde voorwaarden door de IND als geldig inkomen worden geaccepteerd in het kader van gezinshereniging. Onder welke voorwaarden, is uitgewerkt in een interne werkinstructie van de IND. De interne werkinstructies van de IND zijn sinds 2022 openbaar gemaakt.
De tekst van deze interne werkinstructie kan hier worden gedownload.
Over inkomen uit PGB is in de werkinstructie het volgende opgenomen:
PGB (persoonsgebonden budget)
Het Centrum Indicatiestelling Zorg bepaalt of men in aanmerking komt voor een PGB en stelt vast welke zorg voor welke periode nodig is. In het indicatiebesluit van het zorgkantoor staat vermeld uit welk bedrag het PGB bestaat en voor welke periode het budget geldig is. De ontvanger van het PGB wordt daarmee budgethouder. Hij kan een zorgovereenkomst sluiten met een zorgverlener die hij zelf uitkiest. De budgethouder moet aan het zorgkantoor verantwoording afleggen over de uitgaven.
In de zorgovereenkomst wordt vermeld welke zorg wordt verleend en welke prijs daarvoor wordt betaald. Aangezien de IND niet treedt in de solvabiliteit van de werkgever (budgethouder) wordt in zaken waarin sprake is van een PGB geen toekenningsbeschikking opgevraagd, maar is het aan de vreemdeling of referent om de aard van de zorg(arbeids)overeenkomst aan te tonen.
Overeenkomst van opdracht of arbeidsovereenkomst
Net als bij dienstverlening aan huis kan ook bij een PGB de zorgovereenkomst al naar gelang de omstandigheden van het geval worden aangemerkt als een overeenkomst van opdracht of een arbeidsovereenkomst. Bij een overeenkomst van opdracht kunnen, net als bij dienstverlening aan huis, twee soorten zorgverleners worden onderscheiden, namelijk die als een zelfstandige aangemerkt kunnen worden (zoals een zzp’er) en die niet als zelfstandige aangemerkt kunnen worden (meestal een familielid van de opdrachtgever).
Indien sprake is van een overeenkomst van opdracht en de zorgverlener is een zelfstandig ondernemer, worden de middelen van bestaan verworven uit wettelijk toegestane arbeid als zelfstandige, voor zover de vereiste premies en belastingen zijn afgedragen. In dat geval worden de inkomsten aangegeven als winst uit onderneming in de aangifte inkomstenbelasting voor ondernemers.
Indien sprake is van een overeenkomst van opdracht en de zorgverlener is geen zelfstandig ondernemer, dan worden de middelen van bestaan verworven uit overige bron, voor zover de vereiste premies en belastingen zijn afgedragen. In dat geval
worden de inkomsten aangegeven als resultaat uit overig werk in de aangifte inkomstenbelasting.
Indien sprake is van een arbeidsovereenkomst, worden de middelen van bestaan verworven uit wettelijk toegestane arbeid in loondienst, voor zover de vereiste premies en belastingen zijn afgedragen. In dat geval worden de inkomsten en de ingehouden loonheffing aangegeven bij loon in de aangifte inkomstenbelasting.
Vereiste premies en belastingen
In de praktijk is gebleken dat het voor de zorgverlener niet altijd mogelijk is om aan te tonen dat de vereiste premies en belastingen zijn afgedragen – bijvoorbeeld omdat ten tijde van de behandeling van de verblijfsaanvraag nog geen aangifte kon worden gedaan. Als dit het geval is, is het niet redelijk om de inkomsten uit PGB waarover nog geen aangifte kon worden gedaan per definitie aan te merken als niet-zelfstandig omdat niet kan worden aangetoond dat de vereiste premies en belastingen zijn afgedragen. Deze inkomsten kunnen ook dan worden aangemerkt als zelfstandig, tenzij sprake is van indicaties die op het tegendeel duiden.
Om meer zekerheid te hebben dat de vereiste premies en belastingen zullen worden afgedragen, kan de zorgverlener worden gewezen op de mogelijkheid om zijn administratie uit te besteden aan het SVB Servicecentrum PGB of een andere instelling die de salarisadministratie regelt. Veel zorgverleners maken reeds gebruik van deze mogelijkheid. En van degenen die dat nog niet doen zal een deel gehoor geven aan het advies van de IND. Als echter geen gehoor wordt gegeven aan het advies van de IND is de enkele omstandigheid dat de administratie niet is uitbesteed geen reden om de inkomsten aan te merken als niet-zelfstandig.
Voor het inkomen uit onderneming is vereist dat de onderneming minstens anderhalf jaar op naam van de referent staat en dat hieruit in die periode voldoende inkomsten worden genoten. Een referent die de onderneming nog niet zo lang drijft, kan onder bepaalde omstandigheden desondanks aan de voorwaarden voor gezinshereniging voldoen.
Is de ondernemer namelijk directeur-grootaandeelhouder van zijn eigen B.V., dan kan hij via zijn inkomsten uit arbeid in loondienst aan de inkomenseisen voldoen. Over het salaris moeten wel belastingen en premies worden afgedragen. Daarnaast stelt de Belastingdienst eisen aan de hoogte van een DGA-salaris. Deze wordt jaarlijks vastgesteld.
Om het inkomen van een DGA vast te stellen, moeten de volgende bewijsstukken met een MVV-aanvraag worden meegestuurd:
- De officiële bescheiden waaruit blijkt hoe groot het belang van de DGA in de vennootschap is (eigendomspercentage/statuten);
- Een kopie van de arbeidsovereenkomst;
- Een originele, volledig ingevulde Bijlage ‘Werkgeversverklaring’, voorzien van datum, handtekening van de werkgever en firmastempel;
- Gegevens over de drie maanden voorafgaande aan de datum van de aanvraag, waaruit blijkt dat er maandelijks salaris werd uitbetaald (loonstroken, bankafschriften). Dit kan overigens ook nog tijdens de aanvraag worden nagestuurd;
- Het bewijs dat de ingehouden loonbelasting door de B.V. aan de Belastingdienst wordt overgemaakt (bankafschriften).
Nee, voor gezinshereniging is altijd vereist dat de hoofdpersoon/referent in Nederland, dus de persoon bij wie verblijf in Nederland wordt beoogd, zelf beschikt over voldoende inkomen. Soms kan de hoofdpersoon worden vrijgesteld van inkomen, bijvoorbeeld in geval van arbeidsongeschiktheid of langdurige werkloosheid zonder uitzicht op werk.
Zie hierover verder de informatiepagina over de inkomensvoorwaarden.
Om aan de voorwaarden voor gezinshereniging te voldoen, moet de hoofdpersoon in Nederland beschikken over voldoende inkomsten. Wanneer dat gebeurt door middel van het verrichten van arbeid in loondienst, moet aan alle elementen van een dienstverband zijn voldaan:
- Er moet sprake zijn van een gezagsverhouding
- Er moet (aantoonbaar) arbeid worden verricht
- Er moet salaris worden uitbetaald door de werkgever aan de werknemer
- Er moeten loonbelastingen en premies worden afgedragen aan de Belastingdienst en het UWV.
Wanneer iemand loon krijgt zonder dat hij arbeid verricht, wordt dat in het kader van gezinshereniging beschouwd als valsheid in geschrifte. Dit is een misdrijf en zowel de werkgever als de werknemer kunnen hierop strafrechtelijk worden aangesproken.
Ook constructies waarbij iemand wel werkt, maar (een deel van) zijn salaris weer terugbetaalt aan de werkgever, zijn absoluut niet toegestaan.
Niet alleen volgen strafrechtelijke consequenties (dit valt onder fraude en is dus een misdrijf) wanneer dit wordt ontdekt, maar ook kan een op basis van de onjuiste gegevens verstrekte verblijfsvergunning zelfs jaren later nog worden ingetrokken.
De IND onderzoekt niet alleen op basis van de door de hoofdpersoon verstrekte gegevens of aan de inkomensvoorwaarden is voldaan. De IND heeft namelijk ook toegang tot diverse informatie- en registratiesystemen. Bij twijfel kan de IND aan de Belastingdienst of de politie vragen om onderzoek te doen, bijvoorbeeld om te kijken of de hoofdpersoon wel werkt.
Om twijfel te vermijden, is het verstandig om er een transparante financiële administratie op na te houden: laat het salaris per bank overmaken en betaal ook de vaste lasten (huur, verzekering, etc.) per bank. Het is dan voor iedereen meteen duidelijk hoeveel geld er maandelijks binnenkomt en waar dat naartoe gaat.
Staat jouw vraag er niet tussen? Neem dan gerust contact met ons op.