Ga direct naar de inhoud.

MVV-gezinshereniging

Databank 'Chavez-Vilchez' uitspraken

Hier vindt u een selectie van actuele uitspraken (vanaf eind 2018) over verblijf bij Nederlandse kinderen.

De databank is momenteel bijgewerkt tot en met mei 2021.
Er zijn de afgelopen tijd veel rechterlijke uitspraken bekendgemaakt op het gebied van 'Chavez-Vilchez'.

Een actueel overzicht vindt u op Rechtspraak.nl.

Heeft u een interessante uitspraak om met ons te delen?

Stuur deze dan graag naar ons op en wij voegen deze - geanonimiseerd - toe aan de databank.

De uitspraken kunnen worden gesorteerd op de volgende onderwerpen (tags):

| Bewijslast en onderzoeksplicht | Faciliterend inreisvisum | Identiteit en nationaliteit | Verblijfsrecht in ander EU-land |
Marginale zorgtaken | Openbare orde | Moeder | Vader | Stiefouder | Voorkind |

Rechtbank Den Haag (zp Arnhem) 18 december 2019, AWB 19/3843

In deze uitspraak heeft de rechtbank overwogen dat verweerder er kennelijk vanuit gaat dat het verblijfsrecht nog bestaat, omdat eiser een Spaans verblijfsdocument heeft dat geldig is tot 2024. Eiser heeft echter omstandigheden aangevoerd, op basis waarvan hij stelt dat het verblijfsrecht in Spanje is komen te vervallen. In het licht van de verklaringen van eiser, die door verweerder ook niet zijn betwist, hecht verweerder daarom naar het oordeel van de rechtbank zonder nadere motivering teveel waarde aan het door de Spaanse autoriteiten afgegeven verblijfsdocument. De rechtbank volgt eiser daarom in zijn betoog dat verweerder ten onrechte niet nader heeft onderzocht of het verblijfsrecht in Spanje nog bestaat.

Lees meer

Rechtbank Den Haag (zp Middelburg) 4 december 2019, AWB 18/8895

Aanvraag faciliterend inreisvisum.

De rechtbank stelt met verweerder vast dat eiser zijn stellingen over zijn rol in de zorg- en opvoeding van de kinderen niet heeft onderbouwd met bewijs. Allereerst heeft eiser niet aangetoond dat hij de biologische of juridische vader is van de kinderen. Verweerder stelt terecht dat de overgelegde kerkelijke doopaktes hiervoor onvoldoende zijn, omdat dit geen objectief verifieerbare documenten zijn en brondocumenten ontbreken. Verder kan uit de door eiser overgelegde foto’s en het paspoort met in- en uitreisstempels niet worden afgeleid dat eiser een daadwerkelijke zorg- of opvoedtaak heeft. Daarnaast heeft eiser niet aangetoond dat tussen hem en de kinderen sprake is van een zodanige afhankelijkheid dat het onthouden van verblijf aan eiser een gedwongen vertrek van de kinderen uit de Europese Unie tot gevolg zou hebben.

Verweerder heeft dan ook terecht geen aanleiding gezien om eiser het gevraagde visum te verstrekken.

Lees meer

Rechtbank Den Haag (zp Haarlem) 28 november 2019, AWB 19/2947

Eiseres is in het bezit van een Spaanse verblijfsvergunning en heeft daarmee rechtmatig verblijf in Spanje. De rechtbank heeft allereerst overwogen dat de bewijslast in eerste instantie bij de derdelander ouder ligt om gegevens te verschaffen die aantonen dat het weigeren van het verblijfsrecht in Nederland tot gevolg heeft dat het Nederlandse kind de EU zou moeten verlaten. Eiseres heeft echter haar stelling, dat het voor referente niet mogelijk is om bij eiseres in Spanje verblijfsrecht te verkrijgen, dat zij daardoor genoodzaakt is om met referente naar Marokko te vertrekken en dus het grondgebied van de EU te verlaten, op geen enkele wijze nader onderbouwd of geconcretiseerd. Evenmin volgt de rechtbank eiseres in haar betoog dat door de afwijzing van de aanvraag het contact van referente met haar vader verloren zal gaan. Verweerder heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat de vader van referente, gezien zijn Nederlandse nationaliteit, gebruik kan maken van zijn recht van vrij verkeer en zo het contact met referente in Spanje kan onderhouden. Ook referente kan, gezien haar Nederlandse nationaliteit, zich op elk gewenst moment naar Nederland begeven. Daar komt bij dat eiseres niet heeft onderbouwd dat de vader geen verblijfsrecht in Spanje toekomt. Het beroep is ongegrond.

Lees meer

Rechtbank Den Haag (zp Haarlem) 25 november 2019, AWB 19/5017

De aanvraag van eiser voor verblijf bij zijn drie minderjarige kinderen met de Nederlandse nationaliteit (referenten) op grond van het Unierecht en het Chavez Vilchez-arrest is ten onrechte afgewezen. Volgens verweerder is niet gebleken dat sprake is van een zodanige afhankelijkheidsrelatie tussen eiser en referenten dat zij gedwongen worden om samen met eiser het grondgebied te verlaten indien aan eiser geen afgeleid verblijfsrecht wordt verstrekt. De rechtbank is van oordeel dat een dergelijke afhankelijkheidsrelatie niet is uit te sluiten vanwege de volgende combinatie van factoren: de medische problematiek van de echtgenote van eiser (de moeder van referenten) waardoor zij niet in staat is om zelfstandig het huishouden te doen, het feit dat eiser gedurende het gehele leven van referenten (gedwongen) in het buitenland heeft verbleven, de affectieve relatie tussen eiser en referenten en de jonge leeftijd van referenten. Gelet op deze factoren, kan niet op voorhand worden uitgesloten dat geen risico ontstaat voor het evenwicht van referenten in het geval hun vader Nederland weer zou moeten verlaten. Bij deze stand van zaken, had het op de weg van verweerder gelegen om nader onderzoek te verrichten in de vorm van een hoorzitting en (mede op grond daarvan) nader te motiveren waarom niet aan de vereiste afhankelijkheidsrelatie is voldaan.

Lees meer

Rechtbank Den Haag (zp Middelburg) 22 oktober 2019, AWB 18/9928

Als algemeen uitgangspunt in het Unierecht geldt dat een lidstaat van een vreemdeling mag verlangen dat hij zijn identiteit en nationaliteit aannemelijk maakt als hij op het grondgebied van die lidstaat wil verblijven. Dit volgt onder meer ook uit het door het HvJEU gewezen arrest Oulane, punt 21 en 22, waarin is bepaald dat van een vreemdeling mag worden verwacht dat hij bewijs levert voor zijn identiteit en nationaliteit. Dit uitgangspunt gold dus ook al ten tijde van de aanvraag van eiseres. Het arrest Chavez-Vilchez verandert dit niet. Zoals verweerder terecht heeft opgemerkt ging dit arrest over de interpretatie van artikel 20 van het van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en stond los van de vraag naar het bewijs van de identiteit en nationaliteit van de ouder die verblijf wenst bij een kind. Wel volgt uit dit arrest de voorwaarde dat de vreemdeling een derdelander dient te zijn en dat het aan de vreemdeling is om aannemelijk te maken dat hij aan de voorwaarden voor verblijf voldoet. De vreemdeling moet dus aannemelijk maken dat hij derdelander is.

Lees meer

Heeft u hulp nodig bij de aanvraag om een 'Chavez-Vilchez' verblijfsvergunning?

Of is uw aanvraag afgewezen en wilt u in bezwaar of beroep?
Neem dan contact met ons op.

Contactpagina   |   Maak een (bel)afspraak

Gebruik onderstaand formulier en wij nemen z.s.m. contact met u op.

* verplichte velden